Verslag driedaags reisje Lauwersmeer

(verslag door Sander Elzerman)

1 - 3 mei 2007

Op dinsdag 1 mei om 6.00 uur was het zover: een driedaagse trip naar Noord-Nederland stond op het punt te beginnen. Onderweg naar de eerste stop van de dag stond nabij Ameide een Purperreiger in het veld en zaten langs de Torenvalkenweg (Flevoland) 2 Paapjes en diverse Tapuiten. Vanaf de Grote Praambult keken we over de uitgestrekte Oostvaardersplassen. De trek was goed op gang met diverse Graspiepers, kwikstaarten, zwaluwen, een groepje Boompiepers en 2 Appelvinken overvliegend. Twee Kramsvogels zaten in een boom in het gebied. Bij de Kleine Praambult zaten een Nachtegaal en Sprinkhaanzanger te zingen. Zwarte Ruiters, Kleine Plevieren, Goudplevieren en Bosruiters vormden de eerste steltlopers van het uitje. Daarnaast vlogen er enkele Grote Zilverreigers heen-en-weer boven de rietlanden. Vlak voor de bult zat een moeder Vos met haar 5 jongen schattig in het ochtendzonnetje.
Bij de wildroosters ontdekte Dave een Beflijster. Vervolgens bezochten we de hutten ‘de Grauwe Gans’ en ‘de Kluut’. Hier tikten we weer een Appelvink, Visarend, Landkaartje (voorjaarsvorm) en Platbuik af. Via enkele Ooievaars reden we naar het Vossemeer in de hoop op een Krooneend. Deze zagen we niet, maar dat werd ruimschoots goed gemaakt door een zingende Grote Karekiet, een IJslandse Grutto en enkele Zomertalingen. Om enkele bossoorten toe te voegen aan onze lijst deden we daarna het Dwingelderveld aan. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot zo’n 23 graden, maar de matige noordoostenwind zorgde voor de nodige verkoeling. Het barstte hier van de libellen. Vooral Vuurjuffers en Watersnuffels vlogen in grote aantallen, maar ook enkele Smaragdlibellen, Noordse Witsnuitlibellen en Viervlekken zaten er. De, op de achtergrond, zingende Fluiter, Wielewaal en Glanskop vormden nieuwe jaarlijsters voor ons.
Halverwege de middag arriveerden we bij de Westbroeksemadepolder (Groningen). Vanaf een gemaal hadden we een perfect uitzicht over het uitgestrekte gebied. Het was een prachtig plas-dras gebied begroeid met pollen pitrus. Daartussen foerageerden veel steltlopers (o.a. Bos-, Groenpoot-, Zwarte Ruiter, Kemphaan en Tureluur) en zwemvogels (o.a. 2 Toendrarietganzen, Zomer- en Wintertaling). De moet werd bijna opgegeven, totdat Sander uiteindelijk toch de gemelde adult zomerkleed Zwarte Ibis vond. Door de grote afstand en luchttrillingen was de vogel lastig te vinden. Zij/hij glansde echter fraai in het zonnetje.
In de namiddag brachten we de weekendtassen naar het hotel. Daarna vertrokken we naar het Lauwersmeer. Net buiten het dorp Westernieland zagen we tot onze verrassing een paartje Grauwe Kiekendieven, dat bonje had met een paartje Bruine Kieken (zie onder). Ze gingen fel tegen elkaar tekeer. Een prachtig gezicht! En dat net achter ons hotel! Bij het Lauwersmeer had Dave in een flits als enige nog een Noordse Stern.
Met de ondergaande zon in de rug keken we over de Ezumakeeg, waar een paar honderd Kemphanen de hoofdrol opeisten. Sommige hadden al een volle kraag. Een fraai gezicht, dat je helaas steeds minder in ons land ziet. Verder foerageerden er diverse Bosruiters, Regenwulpen, Rosse Grutto’s, Kluten, een enkele Zilverplevier en Zomertalingen. Een overvliegende onvolwassen Ruigpootbuizerd was een erg onverwachte treffer. Net buiten het gebied vloog een mooie Blauwe Kiek boven de akkers. Na een duik, bleek hij een prooi gevangen te hebben en konden we de vogel heel mooi zien zitten. Het vormde de afsluiting van een geslaagde eerste dag.

De volgende dag vertrokken we om 9.00 uur na een uitgebreid ontbijt naar de trektelpost bij Eemshaven. De NNO-wind zorgde helaas voor weinig trek. Boerenzwaluw, Graspieper, Gele Kwik, Rosse Grutto en enkele Bruine Kieken vlogen wel in aardige aantallen, maar voor de rest was het rustig. Wel trokken er opvallend veel koolwitjes over de dijk. We hebben er waarschijnlijk enige tientallen voorbij zien komen. Hoogtepunten vormden 2 ♀♀ Smelleken, die enige tijd na elkaar vlak over de dijk scheerden en het naastgelegen gebied in doken. Ook een Visarend op grote afstand was leuk. Ter plaatse hadden we o.a. 5 Beflijsters, een zingende Sprinkhaanzanger en Grasmus. Een Patrijs, enkele Tapuiten, een zingende Braamsluiper, een Kleine Vuurvlinder en 2 Hooibeestjes werden op andere delen van het industrieterrein ontdekt. Na twee uur hielden we het voor gezien en gingen we naar Termunten. Hier is een binnendijkse HVP, waar veel strandlopers kunnen zitten. We kwamen echter niet verder dan 1 Bonte Strandloper. Blijkbaar was het nog niet hoog water. De honderden Brandjes, enkele Kluten en Kokmeeuwen hadden we snel gezien. Het bezoek leverde wel 2 Grote en een paartje Beflijsters op (net buiten het dorp).
Rond 16 uur arriveerden we bij het Lauwersmeer, waar een blik over de zeedijk ons vermoeden bevestigde. Het was laag water. Door de luchttrillingen en de grote afstand waren de steltlopers nauwelijks te determineren. Opvallend was wel de constante stroom aan meeuwen. Vooral Dwerg-, maar ook Kok- én een juveniele Drieteenmeeuw trokken langs. De enige Steenlopers van deze dagen tikten we hier af. Boven het Lauwersmeer zelf foerageerden nog eens enkele tientallen Kok- en Dwergmeeuwen met daartussen een paar Zwarte Sternen. We hadden ook nog 4 Noordse Kwikken en 2 overvliegende (adult zomerkleed) Zwartkopmeeuwen. De felle zon en constante noordelijke wind maakten het lastig om scherp te blijven. Een goede maaltijd in Lauwersoog kwam dan ook als een welkome tussenstop. Bovendien leverde dit weer een nieuwe soort voor de lijst op: de Eider.
Na het eten trokken we naar de Ezumakeeg. Aan de noordkant van het Lauwersmeer foerageerden een groepje Rotganzen langs de weg. Daartussen bevond zich een Zwarte Rotgans. Het harde licht gaf de ganzen een licht uiterlijk, maar de afgetekende witte flank en brede, witte nekband waren duidelijk zichtbaar. Bij aankomst bij ‘de Keeg’ vielen we met de neus in de boter, toen een Reuzenstern dichtbij langsvloog. Ook vandaag weer veel Kemphanen, waaronder een met kleurringen. Nieuwe soorten in dit gebied vormden: diverse Bontbekplevieren, 5 Temmincks en 1 Kleine Strandloper. Op de grasvelden naast ‘de Keeg’ foerageerden honderden Brandjes. Te midden van een groep Goudplevieren zagen we een adult zomerkleed Morinelplevier. De Morinelplevier was prachtig te bewonderen tussen de net zo fraaie (zomerkleed) Goudplevieren. Een overvliegende Havik was de laatste nieuwe soort voor de lijst. Uitgeteld gingen we daarna om 22.30 uur slapen.

Donderdag 3 mei was helaas alweer de laatste dag. Na wederom een heerlijk uitgebreid ontbijt in het prettige hotel, namen we afscheid van Groningen en daalden we af naar Drenthe. De missie van vandaag: over de magische grens van 150 soorten heen!
Hiervoor zochten we de bosgebieden op, omdat vooral deze soorten op het lijstje ontbraken. In het Drents-Friese Wold werd een aardige slag geslagen met als nieuwe soorten: Goudhaantje, Bonte Vliegenvanger, Zwarte Mees, Geelgors en Boomleeuwerik. Daarna reden we naar het Fochteloërveen. We hadden nog geen stap uit de auto gezet of Dave ontdekte de soort van de dag: de Roodpootvalk! We lieten de kijkhut links liggen (een nieuwe hut met slechte, kleine kijkgaten) en liepen een stuk de heide op. Hier konden we genieten van een gaaf schouwspel. Minimaal 3 Roodpoot- en 1-2 Boomvalken joegen boven onze hoofden op libellen. Hans kon het nog op de gevoelige plaat vastleggen en het betekende voor Sander een ‘lifer’. Fantastisch!
Vervolgens werd de torenkijkhut bezocht. De wandeling er naartoe leverde echter meer op dan de hut zelf. Zingende Zomertortel, Goudvink en Boomklever waren mooie aanvullingen op de lijst. Een bosuilenkast langs het pad leek dons te bevatten, maar er werd verder geen aandacht aan geschonken. Vanuit de kijkhut hadden we alleen enkele Dwergmeeuwen op grote afstand, een paartje Wintertalingen en een Witte Kwik, die een nest in de kijkhut had(!). Op de terugweg leek er iets voor het gat van de bosuilenkast te zitten. Het bleken 3 juveniele Bosuilen te zijn! Het was grappig om ze af en toe nieuwsgierig naar boven te zien komen. Op imitatie van de roep reageerde zelfs nog een adult in het bos. Een totaal onverwachte nr. 150!
Diependal vormt het ‘bolwerk’ van de Nederlandse broedpopulatie Roodhalsfuten. Dat was te merken. De hut leverde 5 fraaie adult zomerkleed Roodhalsfuten op. Verder hadden we hier o.a. enkele Geoorde Futen, Dodaarzen, Zomertalingen, Blauwborst, Geelgors en een Argusvlinder.

Zo kwam er een einde aan een zeer succesvolle driedaagse. In een wegrestaurant werd het eindtotaal opgemaakt en kwamen we tot een goede score van 151 soorten, waaronder diverse zeer gewilde en erg mooie soorten! Kortom, het was een leuke en gezellige, geslaagde vogeltrip.

Terug naar de homepage